Is standpunt De Wever over collaboratie ‘gratuit’ en ‘laattijdig’?

De Antwerpse burgemeester De Wever verklaarde 70 jaar na het einde van Wereldoorlog Twee dat de collaboratie “een vreselijke fout op alle vlakken” was. Excuses kwamen er niet, maar de stelling dat de collaborateurs, met inbegrip van zijn eigen grootvader, fout waren, is een grote stap voor de Vlaams-nationalist De Wever. De Morgen merkte meteen op: “Er is moed voor nodig”.

Acht jaar geleden klonk het nog anders. Toen Patrick Janssens (SP.a) zijn excuses aanbood wegens de rol van het Antwerpse stadsbestuur bij de jodenvervolging was dit volgens toenmalig N-VA-voorzitter De Wever “gratuit”. Hij stelde toen dat het gemakkelijk is om pas met excuses af te komen op een ogenblik dat er amper nog overlevenden zijn. Wat in 2007 voor Janssens gold, is in 2015 voor hemzelf blijkbaar niet relevant.

Zowel toen Patrick Jansses daar verontschuldigingen over aanbood als op een eerdere discussie op de Antwerpse gemeenteraad in 2007 ging De Wever in het verweer. Het leidde tot een mediastorm waarna De Wever concludeerde dat hij beter had gezwegen. De redenen waarom De Wever de excuses gratuit vond, waren zijn stelling dat het in Antwerpen niet erger was dan elders en dat de excuses veel te laat kwamen.

De cijfers spraken De Wever tegen. In Antwerpen werden 9.009 van de 13.779 Joden gedeporteerd. Antwerpen was daarmee de enige grote stad waar het percentage boven de 50% lag, in Brussel was het 37%, in Gent 36% en in Luik 34%. Het hogere cijfer in Antwerpen betekent uiteraard niet dat alle politie-agenten mee verantwoordelijk waren voor de gruwelen van de nazi-bezetting, maar het geeft wel aan dat er vanuit de autoriteiten verregaander werd meegewerkt met de nazi’s. Zo was er in de nacht van 28 op 29 augustus 1942 op initiatief van de Antwerpse politie zelf een razzia waarbij meer dan 1.200 Joden werden opgepakt (nadat de nazi’s om 1.000 Joden hadden verzocht). Toen de nazi’s de Joodse bevolking dwongen om een davidster te dragen, werd enkel vanuit Antwerpen spontaan medewerking verleend aan het opleggen van deze regel. Brussel, Charleroi en Luik weigerden.

De Wever verklaarde in 2007: “Waarom worden er nu excuses aangeboden, zestig jaar later? Ze worden misbruikt voor actuele redenen: het bestrijden van Vlaams Belang. Ik ben ook tegen die partij, maar ik ga daar niet de Holocaust bijsleuren. Antwerpen organiseerde trouwens niet de jodenvervolging, maar was als stad mee slachtoffer van de nazibezetting. De bestuurders moesten onder moeilijke omstandigheden beslissingen nemen. Ik vind het niet zo moedig om nu naar die mensen na te trappen.”

Wat is er sinds 2007 veranderd waardoor De Wever nu wel afstand neemt van de collaboratie? Daarbij verwees hij overigens ook uitdrukkelijk naar de rol van het Antwerpe stadsbestuur in de jodenvervolging. Waarom is dit vandaag geen voorbeeld van natrappen naar mensen waarvan de meesten overleden zijn en de overlevenden hoogbejaard? Doet De Wever dit voor actuele redenen: het aanmeten van een minder aangebrand imago op een ogenblik dat hij ook wegens zijn stigmatiserende uitspraken ten aanzien van Berbers onder vuur ligt? Moet hij er echt de holocaust bijsleuren om zijn aangebrande uitspraak te minimaliseren? Als excuses in 2007 laattijdig waren, is het distantiëren van de collaboratie in 2015 dat nog meer.

Het klopt dat De Wever een koerswijziging maakt, evenwel zonder te verklaren waarom hij dit nu net doet en waarbij hij omzichtig blijft en vermijdt om over ‘excuses’ te spreken. De argumenten die hij in 2007 gebruikte om zich van de excuses van Janssens te distantiëren, zijn even goed bruikbaar tegen het standpunt van De Wever in 2015. Dat versterkt het aanvoelen dat de koerswijziging enkel ingegeven is door actuele discussies. Moesten we ons daarin vergissen, bieden we uiteraard onze excuses aan. Als De Wever een echt statement wil maken, dan kan hij zijn opmerkingen over Berbers intrekken en, nog belangrijker, een beleid voeren waarmee discriminatie wordt bestreden in plaats van versterkt.