N-VA zit verveeld met Van Severen-herdenking

N-VA-parlementslid Koen De Groote deed alsof de herdenking van Joris Van Severen in zijn gemeente een onschuldige bijeenkomst was die bijna volledig los stond van de figuur van de fascist van Severen zelf. Het werd afgedaan als een bijeenkomst van mensen geïnteresseerd in geschiedenis.

Natuurlijk is Joris Van Severen zelf geen onbesproken figuur en het herdenken van een fascist is evenmin onschuldig. Vanuit de Frontpartij evolueerde Van Severen tot een extreemrechtse autoritaire leider van het Verdinaso, Verbond van Dietse Nationaal-Solidaristen. Deze militie trad in uniform naar buiten en stond gekend als fascistische groepering die dan wel een bocht maakte op het vlak van de nationale kwestie (van voorstanders van een hereniging van Vlaanderen en Nederland naar een koers die de Benelux en het noorden van Frankrijk omvatte), maar niet op vlak van antisemitisme.

Erg subtiel waren Van Severen en het Verdinaso niet in hun politieke benadering. “Het Verdinaso beschouwt de joden als volksvreemde elementen, als vreemdelingen, en behandelt ze als vreemdelingen en zal ze morgen, in de Dietse Nationaalsolidaristische Staat als vreemdelingen behandelen,” luidde het in 1933. De milities van het Verdinaso zetten hun afkeer tegenover joden en andersdenkenden ook in de praktijk om met straatgeweld.

Kortom, het soort figuur waarvoor er bij de romantische extreemrechtse nationalistische stroming in Vlaanderen wel wat sympathie heerst. Die sympathie wordt georganiseerd in het studiecentrum Joris Van Severen dat een jaarboek uitbrengt en regelmatig bijeenkomsten organiseert. Het zesde colloquium van het studiecentrum vond afgelopen weekend plaats in Dentergem. Ondertussen kent ook die gemeente een N-VA-burgemeester, Koen De Groote die tevens in de Kamer is verkozen. Op het colloquium verzorgde De Groote het voorwoord en zorgde hij ook voor een “slotwoord en aanbieding van een heildronk.” Dat laatste gebeurde op kosten van de gemeente – voor wie het oud-Vlaamse jargon niet machtig is, een “heildronk” is gewoon een receptie waar een toast wordt uitgebracht.

Dat de N-VA aanwezig is op een herdenking van ‘de allereerste fascist van Vlaanderen’, is geen toeval. “Het merendeel van de gewezen Verdinaso-aanhang die Van Severen uit het Vlaams-nationalisme had meegeleid en die opnieuw actief werd, zou na de oorlog weer in het Vlaams-nationalisme staan”, aldus historicus Bart De Wever in zijn bijdrage “De schaduw van de Leider” in het jaarboek van het ‘Studie- en coördinatiecentrum Joris Van Severen’ (2001). De Wever schreef nog: “Bovendien was de basis er via de eenheidsbeweging-VNV ook ideologisch weer in geïntegreerd, als ze er tenminste ooit al echt van losgekomen was. De repressie (her)smeedde de banden verder. Zo was het niet toevallig de Volksunie die na de oorlog oud-dinaso’s in het parlement bracht; in 1968 werden Lode Claes en Leo Vandeweghe tot senator gecoöpteerd.” Als voortzetting van de Volksunie is dit ook een onderdeel van de geschiedenis van de N-VA. En overigens niet alleen van N-VA, Vlaams parlementslid Ward Kennes van CD&V was eveneens op het colloquium aanwezig.

Koen De Groote deed zijn aanwezigheid en ‘heildronk’ af als iets onschuldig. De fascist Van Severen wil De Groote niet veroordelen, “dat is overdreven.” En over dat fascistisch karakter van Van Severen stelde hij nog: “Je moet dat zien in de historische context van toen, dat is niet vergelijkbaar met vandaag.” Dat Bart De Wever als historicus in 2000 op een colloquium van het studiecentrum Joris Van Severen sprak, zal het N-VA-parlementslid wellicht gerustgesteld hebben. Ook al moet opgemerkt worden dat de bijdrage van De Wever geen eerbetoon aan Van Severen was, laat staan dat hij een ‘heildronk’ uitbracht.

Toch zit N-VA duidelijk met het hele gebeuren verveeld. Eerder werd geprobeerd om de bijdrage van Bart De Wever aan het jaarboek van het studiecentrum Joris Van Severen van de Wikipedia-pagina over zijn figuur te halen. Dat gebeurde weinig subtiel vanop een IP-adres dat naar het N-VA-partijsecretariaat in Brussel verwees. (zie: http://journalinks.wordpress.com/2013/06/23/n-va-smukt-wikipedia-artikels-op/)

En de pogingen om de grote N-VA-leider uit de schaduw van het Studiecentrum Joris Van Severen te halen gaan ook nu onverminderd door. Waar er voor de ophef rond het colloquium van afgelopen zaterdag op de website van dit studiecentrum nog een overzicht te vinden was van mensen die een bijdrage schreven voor het Jaarboek Joris Van Severen, is dat ondertussen verdwenen. Het lijstje namen waarop ook De Wever prijkte, is aangepast. Toeval?


Voor:

Na:
severen


N-VA reageert dubbelzinnig op de aandacht rond de banden met aangebrande figuren. Enerzijds wordt het allemaal afgedaan als dingen die niet ter zake doen. Anderzijds worden onhandige pogingen ondernomen om de banden toe te dekken. De naam van de voorzitter wordt van de website van het studiecentrum Joris Van Severen gehaald, maar tegelijk kwettert parlementslid De Groote in de media dat hij het fascisme van Van Severen niet wil veroordelen. In Brasschaat mocht Luc Sevenhans van de N-VA-top geen burgemeester worden wegens zijn verleden bij het Vlaams Blok, maar daarna lekte toevallig uit dat ook Jan Jambon zelf bij de oprichting van het Vlaams Blok in Brasschaat betrokken was.

De afgelopen weken werden verschillende aangebrande kantjes van de Vlaams-nationalistische traditie waar N-VA op verder bouwt in de media naar voor gebracht. Het gaat niet meteen om nieuwe elementen, maar wel opmerkelijk is de reactie van N-VA zelf. Die partij lijkt niet te kunnen beslissen of ze dit verleden blijft toedekken en heimelijk steunen dan wel of er afstand van wordt genomen. Deze tweestrijd is onderdeel van de ongemakkelijk evenwichtsoefening van N-VA tussen een zakelijk en cijfermatig Vlaams-nationalisme gebaseerd op economisch egoïsme en een meer romantische vleugel van historische Vlaams-nationalisten.