Strijd tegen extreem-rechts is niet gestreden

De Europese verkiezingen van begin juni waren voor een aantal oudere extreem-rechtse partijen in voornamelijk West-Europa geen succes. Het Franse Front National moest stemmen inleveren en houdt nog drie zetels in het Europees parlement over. Het Vlaams Belang bij ons verloor eveneens een zetel. In Duitsland kwam extreem-rechts niet van de grond en in Franstalig België verloor het FN fors. Het zou evenwel gevaarlijk zijn om dit te interpreteren als het “begin van het einde” van extreem-rechts.

Extreem-rechtse resultaten

Als de Europese verkiezingen iets duidelijk maakten, dan wel dat extreem-rechts wel degelijk goede scores kon behalen in die landen die al het hardst geraakt werden door de crisis. In Hongarije, een land dat zo goed als failliet is, was er een doorbraak van de extreme neo-nazistische partij Jobbik (14% van de stemmen). Daarmee haalt de partij 3 zetels. De Groot-Roemeense partij van Tudor haalt eveneens drie zetels (met 8,65%), het Bulgaarse Ataka is goed voor twee zetels.

De Oost-Europeaanse extreem-rechtse verkozenen worden vervoegd door voor het eerst ook twee leden van de Britse BNP dat nationaal zo’n 6% haalde. Het FPÖ in Oostenrijk bleef zowat stabiel op 12% (bij de nationale verkiezingen vorig jaar haalde de FPÖ ook al 11%). De afgesplitste BZÖ blijft opnieuw steken op 4,5%. FPÖ haalt nu wel twee zetels tegenover voorheen slechts één. Het Griekse LAOS haalde 7% en twee zetels (één extra). In Zweden haalden de Sverigedemokraterna 3% wat niet genoeg was voor een zetel, maar wel meer dan bij vorige verkiezingen. Het separatistische Lega Nord in Italië haalde een goede score met 10% en 9 verkozenen. Binnen de koepel van Berlusconi moet nog gezien worden wie er allemaal exact verkozen is. De Nationale Alliantie van Fini en de formatie van Alessandra Mussolini maken immers deel uit van de partij van Berlusconi.

De opvallendste vooruitgang was er voor rechts-populistische formaties die niet zozeer beroep doen op de traditie van het fascisme, maar wel behoorlijk racistisch uit de hoek komen. We denken daarbij aan de PVV van Wilders (in Nederland goed voor 17% en drie zetels), de Deense Volkspartij (14,8% en twee zetels, één extra) of het Finse Perussuomalaiset (“Ware Finnen”) dat bijna 10% haalt en één zetel.

De meer klassieke neo-fascisten zullen wellicht aan ongeveer een 20-tal zetels komen in het Europees parlement. Diverse rechts-populisten zullen een gelijkaardig aantal zetels halen. Het is maar de vraag of er een voldoende stabiele basis is om een fractie van extreem-rechtse verkozenen op te zetten. Wellicht komt het niet zo ver en zullen de verkozenen van VB, FN, BNP, FPÖ,… verder fractieloos door het leven gaan (en hierdoor een pak middelen mislopen). Het lijkt echter niet waarschijnlijk dat de hardere rechtse formaties aan een fractie van minstens 25 leden uit 7 lidstaten komen.

Het gevaar is niet geweken!

Uit de resultaten blijkt dat niet zomaar een eenduidige conclusie kan worden getrokken uit de Europese verkiezingen. Een opvallend aspect was de enorme afkeer tegenover de EU en de traditionele partijen. Dat element was het sterkste aanwezig in die landen waar de economische crisis zich al het hardste laat voelen: verschillende Oost-Europese landen, maar ook in Groot-Brittannië (waar Labour geen 20% meer haalde) of Ierland (waar de liberale en groene regeringspartijen samen nog amper 20% halen). Het ongenoegen biedt een mogelijke voedingsbodem voor extreem-rechtse formaties of populisten die de populistische methode van neo-fascisten overnemen om eveneens opvallende electorale scores neer te zetten.

Wij maken een onderscheid tussen neo-fascisten en populisten omdat niet alle formaties die zich van een racistisch discours bedienen een zelfde karakter hebben. Met neo-fascisten bedoelen we die partijen die een ideologische scholing hebben en bewust proberen te bouwen aan een partijkader dat ook in staat is om op straat de opvattingen van de partij kracht bij te zetten. Het gaat daarbij om partijen met een langere geschiedenis, vaak gaat die zelfs terug tot in de collaboratie met de nazi’s in WO2. Deze partijen beseffen dat geen groot kiespubliek wordt bereikt met een openlijk neo-nazistische retoriek en daarom worden enkele punten (voornamelijk racisme) er uit gelicht om een populistische campagne te voeren.

Een aantal rechts-populisten heeft die methode gekopieerd van diverse neo-fascistische formaties, maar de methode werd meteen ook de “partij” op zich. Rond “charismatische” figuren of campagnes werd haastig een politieke formatie opgezet die niet over een sterk kader beschikt en zeker niet in staat is om te wegen op straat. We denken daarbij aan de PVV van Wilders en voorheen de Lijst Pim Fortuyn. Maar de vergelijking kan ook worden doorgetrokken naar de Lijst-Dedecker die quasi volledig afhankelijk is van het ene gekende kopstuk. Vandaar overigens de grote verschillen in de resultaten voor het Vlaams parlement tussen de verschillende provincies (met enkel in West-Vlaanderen een goede score).

Er blijft een voedingsbodem bestaan voor neo-fascisten en rechts-populisten. Naarmate de gevolgen van de economische crisis harder zullen gevoeld worden en de traditionele partijen ontmaskerd worden als besparingspartijen die ons verder willen laten betalen voor de crisis, vergroot de ruimte voor partijen die als “anders” worden gezien. Dat omvat ook extreem-rechts.

Redenen voor achteruitgang VB kunnen ook redenen voor hernieuwde opgang worden

In Vlaanderen verschenen opvallend weinig analyses over de neergang van het Vlaams Belang. Met slechts 15% moest het VB bijna 10% inleveren tegenover de Europese verkiezingen van 2004. Een groot aantal parlementairen zwaait af in het Vlaams parlement en de partij moet ook besparen op het aantal personeelsleden. Er zullen na 7 juni minder gemeenschapsmiddelen naar de partijkas van het VB worden doorgesluisd.

De analyses die verschenen over de achteruitgang van het VB zijn volgens ons te eenzijdig en beperkt. Er wordt gesteld dat de partij over haar hoogtepunt heen is, dat een aantal kiezers zoekt naar een meer “haalbare” stem die kans biedt op deelname aan de macht (via bijvoorbeeld N-VA). Sommigen denken dat Dewinter gewoon oud aan het worden is en zijn charismatische impact aan het verliezen is. Nog anderen wijten de achteruitgang van het VB aan het feit dat er minder aandacht voor de partij was van de kant van de tegenstanders.

Wij denken dat het potentieel voor het VB op electoraal vlak niet heeft ingeboet, ook al was er nu een achteruitgang. Het Vlaams Belang is niet langer de enige partij die beroep doet op een populistische retoriek en campagnes. Bovendien wordt geleidelijk aan vanuit het politieke establishment geprobeerd om in te spelen op de afkeer tegenover politiek en de bijhorende depolitisering die zich uit in sterk gepersonaliseerde campagnes. Figuren als Dewever kunnen daarvan meepraten.

Het VB heeft niet langer het terrein voor zich alleen en moet daarbij noodgedwongen aan electorale steun inboeten. De partij kan daar op zich weinig aan veranderen, de electorale opgang was een gevolg van een populistische methode die steeds meer gekenmerkt wordt door snelle wijzigingen in het politieke toneel. De partij beschikt over onvoldoende militante basis en uitgebreid lidmaatschap om daar op eigen houtje tegen in te gaan. Het VB probeert wel een kader uit te bouwen, maar het aantal ideologisch geschoolde VB’ers blijft relatief beperkt. Daarnaast werden ook een pak carrièristen aangetrokken wat de mogelijkheden van interne conflicten doet toenemen. Een voorbode hiervan bleek reeds bij de machtsstrijd die werd opgezet door Morel.

Het VB mag niet afgeschreven worden. Indien Dedecker morgen een nieuwe blunder begaat (zoals bijvoorbeeld destijds zijn bezoek aan Dutroux), kan de electorale positie van zijn partij snel wegsmelten. Zonder dopingschandaal in het wielrennen (en zonder het voor de verkiezingscampagne door Dedecker aangekondigde grote schandaal dat hij zou uitbrengen), was het in veel provincies nu al moeilijk om over de kiesdrempel te raken. Ook de electorale positie van N-VA is verre van stabiel. We moeten dus waarschuwen dat het VB bij verkiezingen opnieuw kan terugkomen en met 15% bovendien nog steeds de tweede partij van Vlaanderen is (samen met sp.a).

Anti-fascistische strijd blijft nodig

De economische crisis leidt tot een groeiend werklozenleger en zal leiden tot een besparingsbeleid waar de gewone werkenden en hun gezinnen het slachtoffer van zullen zijn. Regering en patronaat zullen proberen om ons te laten betalen voor hun crisis. Daarbij zullen de traditionele partijen hun eigen electorale positie ondermijnen, net zoals we dit nu reeds zien met de Ierse en Britse regeringspartijen.

Een periode van crisis biedt ruimte aan racistische vooroordelen, zeker indien de arbeidersbeweging geen collectief antwoord naar voor brengt op de kapitalistische crisis. Extreem-rechts kan op die basis groeien en er zal ook meer ruimte zijn voor losgeslagen groepen neo-nazi’s die kunnen recruteren onder totaal van de maatschappij vervreemde lagen om tot geweld over te gaan. De ontwikkelingen in Rusland en Oost-Europa de afgelopen jaren en maanden zijn een belangrijke waarschuwing voor wat kan gebeuren bij een scherpere sociale polarisering.

Het is mogelijk om die evolutie te stoppen en tussen te komen met een collectief antwoord van de arbeidersbeweging. In Ierland leidde de verkiezingsnederlaag van de regering niet tot de opmars van een rechts-populistische kracht (die in de vorm van Libertas wel deelnam aan de verkiezingen), maar was er wel een doorbraak voor radicaal-links met de Socialist Party van Joe Higgins (de Socialist Party is de Ierse zusterpartij van LSP). Het Ierse verkiezingsresultaat is voor anti-fascisten belangrijk en we moeten het verschil tussen Groot-Brittannië (met 2 BNP-verkozenen) en Ierland bediscussiëren.

Blokbuster blijft pleiten voor de uitbouw van een politiek alternatief op de traditionele partijen en ziet dat als de enige stabiele manier om extreem-rechts blijvend slagen toe te brengen. In ons verzet tegen extreem-rechts moeten we ook de voedingsbodem voor hun electorale opgang bestrijden: de kapitalistische crisis. Dat veronderstelt een politiek programma en een alternatief. Voor ons is dat een socialistisch alternatief.

Een reactie achterlaten