Nogmaals over de excuses en de collaboratie in Antwerpen

De opmerkingen van Bart De Wever en diens excuses ervoor, blijven voor discussie zorgen. Vrijdag stond de lezersrubriek van Gazet van Antwerpen vol met reacties die erg gemengd waren. Er werd vaak gewezen op het feit dat niet alle agenten meewerkten met de bezettingsmacht. Anderzijds vormt de vaststelling dat er vanuit het Antwerpse stadsbestuur werd meegewerkt met de nazi’s een feit dat niet kan worden betwist.

De cijfers spreken immers voor zich. In Antwerpen werden 9.009 van de 13.779 Joden gedeporteerd. Antwerpen was daarmee de enige grote stad waar het percentage boven de 50% lag, in Brussel was het 37%, in Gent 36% en in Luik 34%. Het hogere cijfer in Antwerpen betekent uiteraard niet dat alle politie-agenten mee verantwoordelijk waren voor de gruwelen van de nazi-bezetting, maar het geeft wel aan dat er vanuit de autoriteiten verregaander werd meegewerkt met de nazi’s. Zo was er in de nacht van 28 op 29 augustus 1942 op initiatief van de Antwerpse politie zelf een razzia waarbij meer dan 1.200 Joden werden opgepakt (nadat de nazi’s om 1.000 Joden hadden verzocht). Toen de nazi’s de Joodse bevolking dwongen om een davidster te dragen, werd enkel vanuit Antwerpen spontaan medewerking verleend aan het opleggen van deze regel. Brussel, Charleroi en Luik weigerden.

Als daar vandaag op wordt gewezen, is de kans groot dat Bart De Wever in het verweer gaat. Zijn recente opmerkingen rond de excuses van Patrick Janssens waren immers geen geïsoleerd incident. Nog voor de verkiezingen van 10 juni liet hij exact dezelfde kritiek horen in de Antwerpse gemeenteraad waar over hetzelfde thema werd gediscussieerd.

Nu stelt De Wever dat hij beter had gezwegen. Blijkbaar heeft dat enkel betrekking op de gevolgen van zijn uitspraak en de mediastorm die dit veroorzaakte. Inhoudelijk is hij consequent met zijn standpunt: excuses voor de houding van het Antwerpse stadsbestuur tijdens de nazi-bezetting hoeven niet voor De Wever. Zijn argument daartoe is dat het in Antwerpen niet zoveel anders was als in andere steden en dat Antwerpen niet mag bestempeld worden als een bakermat van intolerantie. De cijfers over het aantal Joodse slachtoffers spreken de eerste stelling van De Wever alvast tegen. En zijn tweede stelling is een retorische techniek: maak een karikatuur van het standpunt dat je wil weerleggen.

De actieve collaboratie van het Antwerpse stadsbestuur betekent natuurlijk niet dat Antwerpen een bastion van racisme was en dat bijgevolg alle Antwerpenaren overtuigde nazi’s waren. Dat zou afbreuk doen aan de tradities van anti-fascistisch verzet die in Antwerpen erg rijk zijn. De algemene staking van 1936 die ons land plat legde, vond haar oorsprong in Antwerpse stakingsacties nadat fascisten politieke tegenstanders hadden vermoord. Het verzet was gedurende heel de bezettingsperiode bijzonder actief in het Antwerpse. Een aantal van die verzetstrijders van toen zijn overigens vandaag nog steeds actief in het verzet tegen extreem-rechts en racisme. Met Blokbuster en LSP zijn we overigens trots dat we zo’n Antwerpse oud-weerstander in onze rangen mogen tellen.

De pogingen van De Wever om van de collaboratie met de nazi’s als het ware een “detail in de geschiedenis” te maken, zijn wrang en totaal misplaatst. Het kan eerder verwacht worden van VB-politici die in de gemeenteraad voorstellen om straten te vernoemen naar voormalige nazi-collaborateurs. Bovendien wordt afbreuk gedaan aan historische feiten die nogmaals werden onderzocht en bevestigd door gereputeerde historici. Wat wil De Wever daarmee bereiken?

Onze kritiek op De Wever betekent niet dat we zomaar de traditionele politici volgen die hun verontwaardiging uitschreeuwden. De liberale top zag er een gedroomde kans in om De Wever in nauwe schoentjes te brengen met een thema dat hen niets kost. Zelfs CD&V-voorzitter Vandeurzen greep de kans om duidelijk maken dat het niet De Wever is die het voor het zeggen heeft bij CD&V. Politieke spelletjes dus die meer te maken hebben met de regeringsonderhandelingen dan met een oprechte verontwaardiging tegenover de nazi-collaboratie. Moest de verontwaardiging oprecht zijn, was er misschien al lang opgetreden tegen neo-nazi’s zoals die van Blood&Honour die zowat tijdens deze mediastorm ongestoord een nieuwe internationale bijeenkomst konden houden in ons land.

De actieve medewerking van het Antwerpse stadsbestuur aan de collaboratie is een historisch feit. Het klopt dat excuses hiervoor laat komen – en mogelijk is dat effectief verbonden aan politieke spelletjes (zo werd al eens gewezen op het recente verdwijnen van de liberale schepen Delwaide uit de gemeenteraad als voorwaarde om te kunnen komen tot excuses voor een beleid waarvoor de katholieke oorlogsburgemeester Delwaide senior een grote verantwoordelijkheid droeg). Dat doet echter niets af van de ernst van wat gebeurd is. Om dit nooit te vergeten, zal verder zwijgen niet helpen. Na de formele excuses in woorden, wordt het daarom tijd dat er daadwerkelijk wordt opgetreden tegen neo-nazi’s maar ook tegen de sociale voedingsbodem van racisme. Dat verwachten we echter niet van de traditionele politici die nu hun morele verontwaardiging toonden.

Een reactie achterlaten