Boomse N-VA burgemeester wil bepalen wat gemeenteraadsleden dragen

Op economisch vlak kan het allemaal niet liberaal genoeg zijn voor de nieuwe Vlaams-liberalen van N-VA. Iedere regelgeving door de gemeenschap wordt als storend en bedreigend voor de concurrentiekracht gezien. Op andere vlakken kunnen er dan weer niet genoeg regels opgelegd worden. Een nieuw dieptepunt in het moraliserende vingergewijs komt uit Boom. Daar wil de N-VA-burgemeester dat een verkozene van de oppositie geen hoofddoek draagt op de gemeenteraad. Van een democratisch verkozen gemeenteraadslid wordt een religieuze neutraliteit geëist die de partij helemaal niet verwacht van de (al dan niet frauderende) diamantairs waar ze de politieke belangen van behartigt.

Je zou denken dat er op een ogenblik van economische crisis en bijhorende sociale spanningen wel andere katten te geselen zijn. Maar dat is buiten Jeroen Baert gerekend. Die raakte in de nasleep van de electorale tsunami van Bart De Wever verkozen tot burgemeester van Boom. De eerste maatregel waarmee hij het nieuws heeft gehaald, is de beslissing om aan gemeenteraadsleden te vragen om geen hoofddoek meer te dragen. Net zoals het gemeentepersoneel zouden verkozenen ‘neutraal’ moeten zijn.

Neutraliteit betekent volgens het N-VA-woordenboek dat de patronale logica van VOKA als objectieve bijbel wordt gehanteerd, dat de Vlaamse feestdag vanuit een neutraal volksgevoel met grote leeuwenvlaggen wordt gevierd, dat de grote leider met rugnummer 1302 aan de start komt bij de Antwerp Ten Miles en dat het ene Boomse gemeenteraadslid met een hoofddoek die stante pede afzet. De enige neutrale kledingnorm is het kostuum met strikje waarmee De Wever op de Antwerpse nieuwjaarsreceptie de kracht van de “verstrikking” op gang zette.

De heisa rond het opleggen van ‘neutraliteit’ aan een politieke verkozene wijst op de beperkingen van het begrip ‘neutraliteit’ en het doortrekken van de maatregel voor gemeentepersoneel naar anderen maakt meteen de hypocrisie van het hoofddoekenverbod op zich duidelijk. Een niet-afdwingbare maatregel gericht tegen één verkozene doet niet zozeer aan neutraliteit denken, maar wel aan pesten. En hoe zou een burgemeester kunnen bepalen of een verkozen gemeenteraadslid al dan niet een godsdienstig of cultureel gebaseerd kenteken zou mogen dragen? Zal Jeroen Baert voor het begin van iedere gemeenteraadszitting een uitgebreide controle van alle verkozenen houden?

De burgemeester erkende dat de ‘deontologische regel’ (wat een ontdekking: pesten kun je voortaan ook als ‘deontologie’ omschrijven!) niet afdwingbaar maar, maar als het gemeenteraadslid van Boom Eén er geen gevolg aan geeft, “zegt dat veel over haar houding”. Wij dachten eerder dat het pestgedrag van Jeroen Baert veel zei over waar zijn partij voor staat. Enkel de eigen boodschap en de eigen manier om die te brengen, is voortaan nog toegelaten als het van zijn N-VA afhangt.

Neutraliteit is een hol begrip dat op verschillende manieren kan geïnterpreteerd worden. Voor de enen is wat ze zelf denken en willen ‘neutraal’, voor anderen is het aanvaarden van ieders eigenheid gekoppeld aan een uitbreiding van de openbare dienstverlening en een sociaal beleid waardoor iedereen een plaats in de samenleving vindt wat nodig is. Wij vertrekken vanuit het tweede standpunt en benadrukken de noodzaak aan verzet tegen het besparingsbeleid op lokaal vlak. Of iemand aan een gemeenteloket een hoofddoek draagt of – je weet maar nooit –een regenboog T-shirt, is niet doorslaggevend voor de dienstverlening.

De maatregel van de Boomse burgemeester kwam er door steun van zijn coalitie van N-VA, Open Vld en CD&V. Mogelijk zal de nationale mediabelangstelling ervoor zorgen dat de maatregel wordt ingetrokken. Op een ogenblik dat alle steden en gemeenten een hard besparingsbeleid voorbereiden of op gang trekken, staan de moraliserende conservatieven van N-VA klaar om de kaart van ‘verdeel-en-heers’ volop te trekken.

Een reactie achterlaten